Een aantal weken geleden was ik aan zee. Ik heb uren gezeten en genoten van het water.

Constant in beweging, golven die komen en gaan. Soms rustig en dan weer wild. Ik blijf geboeid kijken en kom tot rust. Mijn gedachten gaan mee met het water.

Het bewegende water is als het leven. Mijn leven. Altijd in beweging. soms kabbelend of zoals de laatste tijd wild, zelfs stormachtig en wat verlangde ik dan naar het rustige kabbelende leven.

De zee en mijn leven doen mij ook denken aan God.

Ik vraag mij af of God óók beweegt En is het dan een kalm bewegen of wild en stormachtig?

Of beweegt God juist niet?

Ik heb ervaren dat het beide is: God beweegt wél en tegelijk is hij een Rots, onbeweeglijk (onwrikbaar), mijn houvast, waar ik soms als door een golf tegenaan "gesmeten" word en vastklamp of eigenlijk vastgehouden word.

De "bewegingen" van God bestaan o.a. uit het feit dat Hij Zich neigt naar ons, Hij draagt ons, Hij loopt met ons mee en Hij laat zich verbidden.

En in al deze bewegingen is hij Rotsvast. Iemand waar je van op aan kan. In al mijn bewegingen van het leven is Hij de Ene Die staat.

Vast en Stil maar niet zonder beweging.

God is mijn Rots